Chroom komt in onze voeding onder minstens 2 vormen voor: de anorganische Cr3+-vorm en de biologisch actieve vorm gekend als glucosetolerantiefactor (GTF = Glucose Tolerance Factor), een organische verbinding die synergetisch werkt met insuline. Chroom speelt ook een belangrijke rol in het metabolisme van nucleïnezuren. Chroom optimaliseert het glucosemetabolisme en bevordert de fluïditeit van de biologische membranen en/of het aantal insulinereceptoren. Chroom is aanwezig in biergist, lever, nieren, kaas en de meeste vleessoorten. Ook volle granen bevatten chroom, maar dit kan voor 90 % verloren gaan bij het raffinageproces.
Chroom (-picolinaat) 187.5 µg
Hulpstoffen: microkristallijne cellulose, stearinezuur, polyvinylpyrrolidon
1 tablet per dag of zoals aanbevolen